balansregelaar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  balansregelaar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ba·lans·re·ge·laar

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  balans  en  regelaar 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	balansregelaar	balansregelaars
verkleinwoord	balansregelaartje	balansregelaartjes

Zelfstandig naamwoord

de balansregelaar m

1. (elektronica) voorziening op een stereoversterker waarmee de balans tussen beide kanalen kan worden geregeld

Gangbaarheid

• Het woord balansregelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.