afrikaniseer
Uiterlijk
- afri·ka·ni·seer
vervoeging van |
---|
afrikaniseren |
afrikaniseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrikaniseren
- Ik afrikaniseer.
- gebiedende wijs van afrikaniseren
- Afrikaniseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrikaniseren
- Afrikaniseer je?
- Het woord afrikaniseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.