skiff
Uiterlijk
- skiff
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘roeivaartuig’ voor het eerst aangetroffen in 1889 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | skiff | skiffs |
verkleinwoord | skiffje | skiffjes |
de skiff m
- (sport) lichte eenpersoons sportroeiboot
- Het woord skiff staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "skiff" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "skiff" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ skiff op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be