site
Uiterlijk
- [A] site
- [B] si·te
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | site | sites |
verkleinwoord | siteje | sitejes |
- plaats van een bepaalde gebeurtenis of activiteit
Deze betekenis overlapt grotendeels met de Frans uitgesproken variant van dit woord.- Op de site van het vliegtuigongeluk was veel pers aanwezig.
- (archeologie) plaats waar vondsten of opgravingen worden gedaan
- (internet) informatie die onder één domeinnaam op het internet wordt aangeboden
- We keken op de site voor meer informatie.
|
[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | site | sites siten |
verkleinwoord | sitetje | sitetjes |
- (Belgisch-Nederlands) terrein van een bedrijf of voor bepaalde activiteiten
Deze betekenis overlapt grotendeels met de Engels uitgesproken variant van dit woord.- ▸ Wegens de moeilijkheidsgraad krijgt de site aan de Loofstraat prioriteit.[4]
- (archeologie) plaats waar vondsten of opgravingen worden gedaan
- [1] abdijsite
- [1] bedrijfssite
- [1] mijnsite
- Het woord site staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "site" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [3]
- 7
- frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [3]
- 1
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ site op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Site / terrein” op nrc.nl
- ↑ 3,0 3,1 3,2 Ludo Permentier & Rik Schutz“Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, site
- ↑ De Standaard in: Ludo Permentier & Rik SchutzTypisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, site
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
site | sites |
site
- locatie, plaats, site [1], terrein
- (archeologie) vindplaats
- (informatica) site [2], website
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to site |
he/she/it | sites |
verleden tijd | sited |
voltooid deelwoord |
sited |
onvoltooid deelwoord |
siting |
gebiedende wijs | site |
site
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Verkorting in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Archeologie in het Nederlands
- Internettaal in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Archeologie in het Engels
- Informatica in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels