Duindaalder
De duindaalder (Diploschistes muscorum) is een korstmos die behoort tot de familie Graphidaceae. Hij groeit op droge en zonnige plaatsen op mossen, plantenresten, op zand- en kalkrijke bodems. Jonge exemplaren kunnen ook als parasiet leven op Cladonia. Hij leeft in symbiose met de alg Trebouxia.
Duindaalder | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Diploschistes muscorum (Scop.) R. Sant. (1980) | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Diploschistes bryophilus | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Duindaalder op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Kenmerken
bewerkenHet thallus is korstvormig en licht- of donkergrijs van kleur, soms met een gele tint. Soms zijn ze niet plat maar gewelfd. Apothecia zijn ingezonken, hol en hebben een diameter van 1,8 mm. De kleur is donkergrijs met witte berijping.
Hij vertoont de volgende kleurreacties: K+ (geel tot rood), C+ (rood), KC-, P-, UV-.
In één ascus worden vier zwarte, muurvormige sporen gevormd. De afmeting van een ascospore is 8-32 × 6-15 μm.
Verspreiding
bewerkenDe duindaalder heeft een kosmopolitische verspreidingsgebied. Behalve op Antarctica komt hij op alle continenten voor, maar ook op veel eilanden. In het noorden bereikt het verspreidingsgebied het de noordkust van Groenland, IJsland en de noordkust van het Scandinavische schiereiland, in het zuiden tot de zuidpunt van Argentinië.
In Nederland komt hij zeldzaam voor. Het meest nog in de kustduinen. Hij is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.
Foto's
bewerken-
Donker grijze apothecia
-
Dwarsdoorsnede van een apothecium met 400x vergroting met vier muurvormige sporen per ascus.
-
Ascospore
- Herk, K. van, A. Aptroot & L. Sparrius, 2017. Veldgids Korstmossen. KNNV Uitgeverij, Zeist. 2e druk p. 114, ISBN 9 789050 116428
- BLWG Verspreidingsatlas Korstmossen
- (en) Index Fungorum