
Chinchilla’s zijn vooral ’s nachts en tijdens de schemeruren actief en slapen overdag. Voor kinderen is het dier daarom minder geschikt. Het zijn in de eerste plaats leuke kijkdieren die goed kunnen springen en klimmen en die een actief sociaal leven hebben. Met een rustige behandeling en veel geduld kunnen chinchilla’s echter erg tam en aanhankelijk worden. Voldoende kennis over deze dieren is belangrijk om hen de beste verzorging te geven. Denk erover na waarom je chinchilla's als huisdier wilt, en of de dieren aan je verwachtingen kunnen voldoen.
De volgende vragen helpen je over de aankoop van chinchilla’s na te denken:
- Heb je een veilige en ruime plaats om de chinchilla’s te huisvesten?
- Begrijp je dat chinchilla’s vooral ’s nachts en tijdens de schermeruren actief zijn en overdag slapen?
- Heb je dagelijks minstens 45 minuten de tijd om hen aandacht te geven en hun verblijf te reinigen?
- Kan je de komende 10 tot 15 jaar voor de chinchilla’s zorgen?
- Heb je genoeg geld voor de aankoop van meerdere chinchilla’s, de kooi, voer en een bezoek aan de dierenarts?
- Kan er iemand de chinchilla’s komen verzorgen als je op vakantie gaat?
- Is er niemand van het gezin allergisch voor het strooisel of de chinchilla’s?
- Kan je tegen het nachtelijk geluid dat deze dieren maken?
- Ken je een dierenarts die gespecialiseerd is in chinchilla’s?
- Heb je ongeveer 30 euro per maand per dier over voor de voeding en verzorging?
Een chinchilla koop je bij een fokker, in een dierenwinkel of je adopteert er een bij een asiel of knaagdierenopvang. Let er zeker op dat je een kweekvorm van de tamme chinchilla’s (Chinchilla lanigera) aankoopt en geen illegale chinchillasoort of een wildvangdier. Wildvangdieren mogen niet meer geïmporteerd worden. Wildvangdieren hebben vaak veel stress en zijn niet aangepast om in gevangenschap te houden. Vraag bij aankoop na of de dieren in gevangenschap gekweekt zijn.
Koop liefst bij mensen die zelf al jaren chinchilla’s als huisdier houden, zo kan je direct zien wat er allemaal komt kijken bij het houden van de dieren. Kies een verkoper bij wie de dieren er gezond uitzien, het verblijf en het water proper zijn, de dieren veel klim- en uitkijkmogelijkheden hebben en er voldoende ruimte is in het verblijf. Kies bij voorkeur een groep chinchilla’s uit hetzelfde nest en alleen mannelijke of alleen vrouwelijke dieren.
Wees kritisch en durf vragen te stellen. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Koop geen zwakke of zieke dieren, zo hou je foutieve handel in stand. Let goed op of de dieren een propere neus en ogen hebben, een geluidloze ademhaling en of de snijtanden goed op elkaar staan en niet doorgegroeid zijn. Als je verwaarloosde dieren opmerkt kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn op het meldpunt voor verwaarloosde en mishandelde dieren.
Voordat je de chinchilla's mee naar huis neemt, moet hun verblijf in orde zijn. Zorg dat het ingericht en klaar is voor de komst van de dieren. Transporteer de dieren in een knaagbestendige transportkist met ventilatiegaten. Karton knagen ze gemakkelijk kapot. Vervoer ze daarom niet in een kartonnen doos. Plaats de dieren onmiddellijk in hun kooi bij thuiskomst. Zorg voor gedempt licht in de omgeving van de kooi en blijf enkele uren uit de buurt zodat ze rustig hun nieuwe omgeving kunnen verkennen.
Zet nooit zomaar een nieuw dier in een bestaande groep, want nieuwkomers worden niet gemakkelijk geaccepteerd!
De prijzen voor een chinchilla variëren van 35 tot 150 euro. De leeftijd, kleur en de tamheid bepalen de aankoopprijs. Een andere grote kost is de aankoop van een geschikt verblijf. Een geschikte kooi kost ongeveer 200 euro. Maandelijks moet je rekenen op 30 euro voor voeding, nestmateriaal en verzorging.
Chinchilla's hebben een grote kooi nodig met verschillende niveau's en knaagmateriaal.
Gezelschap
Chinchilla’s zijn zeer sociale groepsdieren die nood hebben aan gezelschap. Ze mogen absoluut niet alleen worden gehouden. Neem daarom minstens twee dieren. Als ze alleen verblijven, worden ze snel eenzaam.
Bij voorkeur neem je twee chinchilla’s die van jongs af aan samen waren, want op latere leeftijd accepteren vreemde chinchilla’s elkaar moeilijk. Je kan de mannelijke dieren laten castreren om te voorkomen dat je jaarlijks jongen hebt. Je kan ook alleen mannelijke of alleen vrouwelijke dieren nemen.
Verblijf

Het verblijf van chinchilla’s bestaat uit een hok met meerdere verdiepingen. De kooi meet minimaal 80 x 50 x 100 cm(lengte x breedte x hoogte). Voor ieder extra dier moet je bijkomend 40 cm hoogte én breedte rekenen. Een volière met egale wanden of tralies is geschikt. Deze knaagdieren knagen zich doorheen plastiek, zorg dus dat de onderbak van stevig materiaal gemaakt is.
Kies een goede plaats voor het hok: niet in de vlakke zon, zonder temperatuurschommelingen en uit de tocht. De ideale omgevingstemperatuur voor chinchilla’s is 18 tot 27 °C. Warmer is absoluut niet gezond voor de dieren. Let er tijdens de zomer goed op dat de kooi niet volledig in de zon staat.
Chinchilla’s zijn ’s nachts actief. Plaats ze daarom niet in de slaapkamer. Zet de kooi op een rustige plek zodat ze overdag kunnen slapen. Overmatig geluid is niet goed voor ze, plaats het verblijf daarom niet dicht bij de radio of televisie.
Bodembedekking & inrichting
Als bodembedekking in de kooi zijn volgende materialen geschikt:
- beukensnippers
- vlas
- maïsstrooisel
Leg op de bodem eerst een laag kranten, want dit vergemakkelijkt het reinigen van de kooi.

Een verblijf voor chinchilla's moet zeker de volgende zaken bevatten:
- schuil- en nestplaatsen
- een zandbak met fijn chinchillazand, waar de dieren zich helemaal in kunnen rollen
- tunnels en uitkijkposten op verschillende hoogtes
- stevig verankerd of bevestigd klimmateriaal
- een voer- en drinkplaats
- knaagmateriaal
In het wild klauteren en springen chinchilla’s van rots tot rots. Om met hun klimbehoefte rekening te houden, moet je de kooi voorzien van verschillende niveaus, of zitplanken op verschillende hoogtes, en dikke wilgentakken of takken van onbespoten fruitbomen. Vermijd echter hoogteverschillen van 50 cm en meer. Voorzie meer schuil- en zitplekken dan er dieren in het verblijf zijn en veel loopruimte. Zorg voor goed luchtdoorlaatbare en gemakkelijk te reinigen slaapplaatsen.
Een schaal met fijn zand is nodig als zandbad. Gebruik hiervoor speciaal chinchillazand dat je aanbiedt in een stenen of glazen brede schaal van minimaal 30 x 40 cm (lengte x breedte).
Chinchilla’s moeten kunnen knagen om hun tanden af te slijten. Voorzie daarom altijd knaagmateriaal zoals verse twijgen van wilgen- of fruitbomen.
Verrijking

Verrijking helpt tegen afwijkend gedrag en verveling. Als ze te weinig verrijking krijgen, kunnen ze zichzelf verwonden of de kooi kapot knagen. Veelvuldig traliebijten is typisch abnormaal gedrag door onaangepaste of saaie huisvesting en kan gebitsproblemen tot gevolg hebben.
Een groot verblijf met verschillende looproutes en uitkijkposten is noodzakelijk om verveling te voorkomen. Wissel af met spullen waarmee ze mogen spelen, zoals toiletrollen, papiersnippers, wilgentwijgen en onbespoten fruitboomtwijgen.
Verdiep je in de kenmerken van hun natuurlijke omgeving, die bestaat uit rotsen en lage begroeiing, om nog meer tegemoet te komen aan de behoeften en interesses van je dieren.
Chinchilla’s zijn herbivoren en eten dus alleen plantaardig voedsel, vooral gras en kruiden. Chinchilla’s eten geen granen, noten of zaden.
Voorzie dagelijks en in onbeperkte hoeveelheid hooi van goede kwaliteit. Wissel gewoon grashooi af met andere hooisoorten zoals luzerne- of timotyhooi. Luzernehooi is erg rijk, dus dat geef je met mate en niet elke dag. Bied het hooi aan los van de ondergrond, bijvoorbeeld in een ruif of kom. Geef elke dag nieuw hooi en verwijder het hooi van de dag voordien.
Vul het dieet aan met een portie gedroogde kruiden en één eetlepel chinchillavoer per dag, want dit bevat extra vitaminen en mineralen. Knaagdierenvoer en konijnenvoer bevatten te weinig vezels en te veel vet. Dit mag je dus niet geven.
Groenten en kruiden mag je in beperkte mate geven, maar niet alle groenten zijn geschikt. Bladgroenten, verse kruiden, courgette en asperge mag je af en toe geven. In de natuur kan je veel voedsel vinden zoals gras, paardenbloemen, brandnetels, zevenblad, kamille en rozebottels. Let wel op dat deze niet bespoten zijn met pesticiden of onkruidverdelgers. Geef geen zetmeel- en suikerrijke groenten zoals wortel, rabarber, erwten, pompoen, mais, komkommer en tomaat. Als extra kan je ze wel eenmaal per week een zeer klein stukje fruit zoals appel geven. Snij de groenten klein (tot een duimnagel groot) en geef maar enkele stukken per keer in meerdere kommen. Verwijder de resten dagelijks.
Hoe meer vocht de voeding bevat, hoe minder de chinchilla’s zullen drinken. Toch moet je hen dagelijks van vers water voorzien.
Wat voer je een chinchilla?
Dagelijks voer | Met mate voeren | Niet voeren |
---|---|---|
hooi | andijvie, witloof, selderij... | knaagdierenvoer |
gedroogde kruiden | appel | konijnenvoer |
chinchillavoer (1EL/dier/dag) | verse kruiden en gras | noten, zaden en granen |
knaagmateriaal: wilgen- of fruitboomtakken | koolsoorten |
Dagelijks
- Verwijder groenten- en fruitresten en oud hooi.
- Ververs het water.
- Geef vers voer en hooi.
- Verwijder vuile bodembedekking en vuil nestmateriaal en geef verse in de plaats.
- Controleer hoeveel er gegeten en gedronken is en of de dieren zich normaal gedragen.
- Controleer of de kooi-inrichting nog veilig en in orde is.
- Bied meerdere keren per week een zandbad met chinchillazand aan als je dit niet steeds laat staan.
Minstens één keer per week
- Was de drinkkom of waterfles volledig uit.
- Zeef onzuiverheden uit het chinchillazand.
- Geef verse takken om aan te knabbelen.
Maandelijks
- Controleer de tanden en nagels regelmatig. De tanden groeien altijd door en moeten kort en gelijkmatig afslijten door te knagen aan hard materiaal zoals wilgen- of fruitboomtakken. Maak er gebruik van als je chinchilla geeuwt om de tanden snel bekijken zonder onnodige manipulaties en stress.
- Vervang het chinchillazand van het zandbad maandelijks of wanneer het te vuil is.
- Verwijder al het bodemmateriaal en reinig de kooi met water en heel weinig zeep.
Met een goede verzorging en huisvesting wordt een chinchilla gemiddeld 10 tot 15 jaar oud. Kijk uit naar een dierenarts die ervaring heeft met chinchilla's voor je er een aankoopt.
Chinchilla’s moet je niet laten vaccineren. Tenzij op advies van de dierenarts of als je ze planten van buiten geeft, hoef je ze niet te ontwormen.
Gezonde chinchilla’s hebben een egale en gladde vacht. Zieke dieren zijn minder actief, hebben soms diarree, zijn futloos, hebben een vuile neus of ogen en eten of drinken minder. Chinchilla’s zijn prooidieren die zo lang mogelijk hun ziekte of pijn verbergen. Neem daarom onmiddellijk contact op met een dierenarts als je symptomen van pijn of ziekte vaststelt. Probeer niet zelf iets uit
De meest voorkomende gezondheidsproblemen zijn:
- Leververvetting
Symptomen: vermagering, weinig actief zijn, meestal na dat ze een hele tijd eerder “goed doorvoed” waren. Eens een dier in dit stadium zit, is de ziekte onomkeerbaar.
Leververvetting komt veel voor bij chinchilla’s. De oorzaak is een te rijke voeding. Preventie is belangrijk: geef chinchilla’s een eerder schraal dieet en voer zeker geen granen, zonnebloempitten of noten!
- Tandproblemen
Symptomen: minder eten, vermageren, kwijlen, zichtbaar overgroeiende tanden, zwelling van de kaak.
De tanden van chinchilla’s blijven doorgroeien. Door erfelijkheid of na een ongeval, ziekte of door een verkeerd dieet of te zacht voedsel kunnen de tanden schreef groeien. Voldoende hard voeder en knaagmateriaal houdt de tanden in de meeste gevallen gezond. Bij een controle moet je er vooral op letten dat de tanden gelijkmatig afslijten en niet schuin. Bij steeds terugkerende tandvergroeiing is een regelmatig bezoek aan de dierenarts noodzakelijk, want de tanden moeten dan elke twee tot drie weken bijgevijld worden. Laat de tanden nooit knippen! De tanden kunnen ook afbreken door overmatig bijten aan traliewerk en door fout te bijten met te lange tanden. Ga zo snel mogelijk naar de dierenarts als je dit ziet.
- Darmproblemen, diarree en uitdroging
Symptomen: platte mest, stoppen met eten, opgezette en pijnlijke buik.
Darmproblemen kunnen het gevolg zijn van een verkeerde voeding, een te snelle overschakeling naar een ander soort voedsel, inwendige parasieten, te veel groenvoer, stress of een verkeerd type antibiotica. Wanneer je merkt dat het dier niet meer eet, neem dan onmiddellijk contact op met je dierenarts. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, geef je de chinchilla’s een aangepast dieet en schakel je bij nieuwe voeding heel geleidelijk over.
- Inwendige darmparasieten bv. Giardia
Symptomen: diarree, vermageren, niet meer eten, pijnlijke buik, opgezette buik.
Neem contact op met de dierenarts als je deze symptomen vaststelt. Giardia is een zeer besmettelijke ziekte, ook voor andere dieren en de mens. Voor jonge dieren is het dodelijk. De behandeling zal onder andere bestaan uit het toedienen van antiparasitaire middelen die geschikt zijn voor chinchilla’s.
- Uitwendige parasieten bv. mijten, vlooien en schimmel
Symptomen: jeuk en veel ongemak, kale plekken op de voeten, de onderrug, de dijen en delen van de staart. Minder lopen, minder eten en eventueel kreupel lopen.
De meest voorkomende parasieten zijn mijten en luizen. Neem contact op met je dierenarts voor een geschikte behandeling. Vraag ook advies om de omgeving te reinigen en eventueel te behandelen. Dermatofytose is een schimmelinfectie die bovendien kan worden overgedragen op de mens.
- Botbreuk
Symptomen: verlamming, kreupelheid, zichtbare pijn, kruipen.
Chinchilla’s kunnen uitstekend klimmen en springen, maar hoogteverschillen van meer dan 50 cm moeten vermeden worden. Botbreuken komen af en toe voor, door een val of een gevecht. Ga naar de dierenarts voor verdere behandeling.
- Afwijkend gedrag
Stereotiepe gedragingen zijn repetitieve gedragingen zonder een functie. De chinchilla zal bijvoorbeeld op eenzelfde plaats blijven springen zonder doel. Andere voorbeelden zijn traliebijten en het minuten tot uren na elkaar in dezelfde rondjes blijven lopen. Door verrijking en een betere huisvesting kan dit gedrag verminderen. Extreme agressie kan ook gezien worden als afwijkend gedrag, vooral als dieren vechten zonder reden. Een groter verblijf met veel zitplekken kan de agressie al verminderen.