Therapsida
Therapsida Fossiel voorkomen: Vroeg-Perm - Holoceen (incl. zoogdieren) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Estemmenosuchus en Ivantosaurus | |||||||
Taxonomische indeling | |||||||
| |||||||
Orde | |||||||
Therapsida Broom, 1905 | |||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||
Therapsida op Wikispecies | |||||||
|
De Therapsida zijn een groep van synapsiden, waaronder de zoogdieren en hun voorouders. De oudst bekende mogelijke fossielen stammen uit het Vroeg-Perm (Tetraceratops).
In 1905 benoemde Robert Broom een superorde Therapsida. Dit was bedoeld als een parafyletische groep, die de zoogdieren niet omvatte. De naam is afgeleid van het Oudgrieks θήρ, thèr, "beest", en ἁψίς, apsis, "boog". Het thèr verwijst naar de zoogdieren, van oudsher gezien als de enige echte beesten, en de boog verwijst naar de beenbalk op de slaap. Naar moderne inzichten zijn parafyletische begrippen onlogisch omdat ze niet alle afstammelingen omvatten en de grens willekeurig getrokken wordt. De moderne fylogenie werkt met kladen, monofyletische afstammingsgroepen die wel alle afstammelingen omvatten. Die hebben ook het voordeel dat ze exact gedefinieerd kunnen worden.
In 2004 definieerde Rober Rafael Reisz een klade Therapsida als de groep omvattende Biarmosuchus tener en Homo sapiens, en alle soorten nauwer verwant aan Biarmosuchus en Homo dan aan Sphenacodon ferox, Ophiacodon uniformis of Varanops brevirostris.
De Therapsida worden onderverdeeld in diverse subgroepen, waarvan de Dicynodontia wellicht wisten te overleven tot in het Vroeg-Krijt. Fossielen van een mogelijke basale cynodont die Chronoperates genoemd is, gevonden zijn in Paleocene lagen. De meeste overige groepen stierven al tijdens het Trias uit behalve de Mammaliamorpha.
De Therapsida toonden nieuwe gedeelde kenmerken, hun synapomorfieën. Mogelijke synapomorfieën zijn: de ontwikkeling van een trog in het slaapbeen die een richel schiep voor de aanhechting van de sluitspier van de kaak; de septomaxilla dringt tussen de praemaxilla en het bovenkaaksbeen naar de buitenwand van de schedel; er zijn enkelvoudige hoektanden; de voorste tak van de praemaxilla is verlengd; het squamosum vormt geen overkappend deel meer van het schedeldak; er bevindt zich een trog in de ploegschaarbeenderen; het aantal tanden in het verhemelte vermindert zich; het venster tussen beide vleugelbeenderen sluit zich; het vierkantsbeen wordt klein.
Classificatie
- Orde Therapsida
- Suborde Biarmosuchia
- Suborde Dinocephalia
- Suborde Anomodontia
- Suborde Dicynodontia
- Suborde Gorgonopsia
- Suborde Therocephalia
- Suborde Cynodontia
Literatuur
- R. Broom. 1905. "On the use of the term Anomodontia". Records of the Albany Museum 1(4): 266-269