Pacht: verschil tussen versies
- nederlandcentrisme. Alfabetisch |
|||
Regel 4: | Regel 4: | ||
Ook spoor- of buslijnen kunnen verpacht worden. Dan spreekt men eerder over OV-[[Wet personenvervoer 2000|concessie]]s. In België werden de [[Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen#Pachters|buurtspoorweglijnen]] verpacht aan exploitatiemaatschappijen. |
Ook spoor- of buslijnen kunnen verpacht worden. Dan spreekt men eerder over OV-[[Wet personenvervoer 2000|concessie]]s. In België werden de [[Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen#Pachters|buurtspoorweglijnen]] verpacht aan exploitatiemaatschappijen. |
||
⚫ | |||
⚫ | In [[België]] is de pacht geregeld in het Burgerlijk Wetboek, Boek 3, titel 8, Hoofdstuk 2, afd. 3.<ref>[https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1969110431&table_name=wet Burgerlijk wetboek België Boek 3 Titel 8]</ref> Er wordt voor sommige artikelen een onderscheid gemaakt tussen het Vlaams Gewest en het Waalse Gewest. In principe wordt hier de overeenkomst niet ontbonden door het overlijden van een van de partijen. De verpachter kan zich echter het recht voorbehouden de landpacht te verbreken bij overlijden van de pachter. Ontzegging moet ten minste 2 jaar voor het verstrijken van de overeenkomst geschieden. |
||
⚫ | |||
==Nederland== |
==Nederland== |
||
Regel 13: | Regel 18: | ||
#Een pachtovereenkomst kan voor een langere duur worden aangegaan, mits een bepaalde datum van beëindiging is vastgesteld. |
#Een pachtovereenkomst kan voor een langere duur worden aangegaan, mits een bepaalde datum van beëindiging is vastgesteld. |
||
#Een pachtovereenkomst kan voor een kortere duur worden aangegaan, mits een bepaalde datum van beëindiging is vastgesteld. De kortere duur behoeft de goedkeuring van de grondkamer, welke hetzij vóór het aangaan van de overeenkomst, hetzij bij de toetsing daarvan kan worden verleend. |
#Een pachtovereenkomst kan voor een kortere duur worden aangegaan, mits een bepaalde datum van beëindiging is vastgesteld. De kortere duur behoeft de goedkeuring van de grondkamer, welke hetzij vóór het aangaan van de overeenkomst, hetzij bij de toetsing daarvan kan worden verleend. |
||
⚫ | |||
⚫ | In [[België]] is de pacht geregeld in het Burgerlijk Wetboek, Boek 3, titel 8, Hoofdstuk 2, afd. 3.<ref>[https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1969110431&table_name=wet Burgerlijk wetboek België Boek 3 Titel 8]</ref> Er wordt voor sommige artikelen een onderscheid gemaakt tussen het Vlaams Gewest en het Waalse Gewest. In principe wordt hier de overeenkomst niet ontbonden door het overlijden van een van de partijen. De verpachter kan zich echter het recht voorbehouden de landpacht te verbreken bij overlijden van de pachter. Ontzegging moet ten minste 2 jaar voor het verstrijken van de overeenkomst geschieden. |
||
⚫ | |||
==Zie ook== |
==Zie ook== |
||
* [[ |
* [[Beklemrecht]] |
||
* [[ |
* [[Erfpacht]] |
||
{{Appendix|2= |
{{Appendix|2= |
Versie van 26 jan 2023 14:30
Pacht is een op huur lijkende overeenkomst waarbij agrarische gronden, door de eigenaar (verpachter) in gebruik wordt gegeven aan de pachter. De opbrengst van het verpachte goed komt in beginsel toe aan de pachter.
Het is een zogenaamde bijzondere overeenkomst. Dat wil zeggen als de overeenkomst voldoet aan de voorwaarden die de wet stelt dat het dan ook geldt als pacht-overeenkomst, ook al hebben partijen iets anders bedoeld of gewild.
Ook spoor- of buslijnen kunnen verpacht worden. Dan spreekt men eerder over OV-concessies. In België werden de buurtspoorweglijnen verpacht aan exploitatiemaatschappijen.
België
In België is de pacht geregeld in het Burgerlijk Wetboek, Boek 3, titel 8, Hoofdstuk 2, afd. 3.[1] Er wordt voor sommige artikelen een onderscheid gemaakt tussen het Vlaams Gewest en het Waalse Gewest. In principe wordt hier de overeenkomst niet ontbonden door het overlijden van een van de partijen. De verpachter kan zich echter het recht voorbehouden de landpacht te verbreken bij overlijden van de pachter. Ontzegging moet ten minste 2 jaar voor het verstrijken van de overeenkomst geschieden.
Pacht wordt geregeld door de Wet van 4 november 1969 betreffende de pacht in het bijzonder.
Nederland
In Nederland was pacht tot september 2007 nog geregeld in een eigen wet, de Pachtwet. Deze wet regelde o.a. dat de pacht schriftelijk moet worden aangegaan, en goedkeuring van de grondkamer behoeft. Indien door buitengewone omstandigheden de opbrengst aanzienlijk minder is geweest dan bij het aangaan van de overeenkomst te verwachten was, heeft de pachter recht op een vermindering van de pachtprijs over de betrokken periode. Verbeteringen aan het gepachte in de loop van 20 jaar geven de pachter recht op een billijke vergoeding. Pachtovereenkomsten van boerderijen gelden voor ten minste 12 jaar, voor los land 6 jaar, en worden beide van rechtswege telkens voor 6 jaar verlengd, tenzij een van de partijen uiterlijk één jaar voor het einde van de lopende overeenkomst heeft opgezegd. Hiertegen is voor de pachter beroep mogelijk bij de pachtkamer.
Huidige pachtwet en ontwikkelingen
De Pachtwet dateerde van 1958 en was in 1995 aangevuld met nieuwe vormen zoals teeltpacht een eenmalige pacht (artikel 70f Pachtwet). Eenmalige pacht geeft de mogelijkheid om grond tijdelijk te verpachten voor een periode van ten hoogste 12 aaneengesloten jaren, waarop het merendeel van de bepalingen van de Pachtwet niet van toepassing is. De Wet van 26 april 2007 tot vaststelling en invoering van titel 7.5 (Pacht) van het Burgerlijk Wetboek heeft deze titel[2] (artikel 311 e.v.) ingevoegd in Boek 7 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek.
- De pachtovereenkomst geldt voor een bepaalde tijd. Deze tijd bedraagt twaalf jaren voor een hoeve en zes jaren voor los land.
- Een pachtovereenkomst kan voor een langere duur worden aangegaan, mits een bepaalde datum van beëindiging is vastgesteld.
- Een pachtovereenkomst kan voor een kortere duur worden aangegaan, mits een bepaalde datum van beëindiging is vastgesteld. De kortere duur behoeft de goedkeuring van de grondkamer, welke hetzij vóór het aangaan van de overeenkomst, hetzij bij de toetsing daarvan kan worden verleend.